Aan de slag met stagediscriminatie van studenten met een functiebeperking

Ruim 10 procent van het totale aantal studenten met een functiebeperking geeft aan stagediscriminatie vanwege hun functiebeperking te ervaren (Scheeren et al., 2024). Afhankelijk van het type functiebeperking loopt dit percentage op tot 20 procent. Zo ervaren studenten met een motorische beperking, een psychische aandoening of ASS vaker stage discriminatie dan studenten met een andere functiebeperking. Stagediscriminatie heeft veel impact op de student en diens loopbaan. Studievertraging, studieuitval, onzekerheid, frustratie en verminderd welzijn behoren tot de gevolgen die studenten met een functiebeperking ervaren vanwege stagediscriminatie.

Stagediscriminatie gaat over het ongelijk behandelen en achterstellen van studenten bij het zoeken naar of lopen van een stage, omdat zij tot een bepaalde groep behoren of tot een bepaalde groepering worden gerekend. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) verbiedt het maken van direct en indirect onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte. Wanneer studenten toegankelijkheidsproblemen ervaren bij een stage, bijvoorbeeld vanwege ontoegankelijke stage-eisen of missende kennis en voorzieningen, geldt er een verplichting doeltreffende aanpassingen te verrichten en te zorgen voor algemene toegankelijkheid (tenzij deze een onevenredige belasting vormt).

Om stagediscriminatie van studenten met een functiebeperking tegen te gaan en stages toegankelijk te maken voor iedereen, bieden we in deze handreiking handvatten, tips en tools voor onderwijsinstellingen en stagebedrijven. Deze tips en handvatten vormen geen volledige lijst van alle mogelijkheden en zijn ook niet allemaal wetenschappelijk bewezen, maar geven een concreet overzicht van mogelijkheden en bestaande tools om met dit vraagstuk aan de slag te gaan.